Jeroen – de Podcast (2)

*Note van de auteur
Dit is dan, zoals we dat zeggen in de business,
by popular demand.

(ik heb de tekst eerst uitgeschreven, dus die kan je hieronder nalezen. Als je dat wilt, of de audio niet wilt horen.)

Wanneer ik mijn leven wil doorzetten als normaal persoon, merk ik dat het niet meer kan.
Het is te laat om nog op te staan als regulier wezen en mijn dag te beginnen zonder te denken aan mijn nieuw gewonnen faam.

Onwetend van talent ben je tot het is aangeboord. 
Die diepgewortelde passies en kunde die in de vezels van de constructie van je lijf zitten.
Die je levenslang kan zoeken en misschien nooit vinden zal.
Of wel
Maar dat het dan te laat is en je nooit meer tafelgast kan zijn bij een praatprogramma, omdat je wat belangrijks hebt bereikt als het maken van een stukje tekst, het opnemen en op het internet te plaatsen.

Aangeboord is mijn talent.
En geboren is mijn platform.

Als ik geen, zoals mijn fictieve versie van mijn moeder zal zeggen, kop had gehad voor op de radio.. waren er hoogstwaarschijnlijk onderwijl memes van mij gecreëerd.
Memes.
Dat is een internet-term voor een foto met een ironisch tekstje.
Zoals een foto van Marco Borsato die sip met een koffer uit een huis wegloopt met de tekst ‘Zelfs de Hond lust er geen brood meer van’.
En dat is dan grappig. Of zoiets.

Maar nee. Dankzij mijn podcastdebuut..
Of tenminste.
Als serieus podcastmaker met theatermaak-achtergrond, bescheiden kunstenaarschap..
Want je kan nooit het één doen zonder het ander te willen verkwanselen.
In de huidige maatschappij moet men ten alle tijden alle opties willen openhouden, tegelijkertijd moeten kiezen voor één specifiek en uniek aspect van zichzelf dat hen identificeert als
Die jongen met die monotome stem van die audio-file waarvan ik de helft maar kan volgen.
Goed, ik dwaal af.
Fijn hè.
(het is de stijl)

Dankzij mijn podcastdebuut ben ik ineens een nieuw persoon.
Een beter persoon.
Een persoon die kan zeggen op feestjes
Ik heb één kleine podcast van vijf minuten.
En een ander.
Maar die valt buiten dit deel van mezelf dus zal ik niet noemen.
Omdat het Cheryl heet en over Gooische Vrouwen gaat.
Dat mensen dan zeggen
‘Oh.
Wat concreet.
Fantastisch.
Mijn man Hans, Hans staat daar zo bij de boekenkast uit z’n neus te peuteren
Mijn man Hans heeft ook een hobby.’

Nou ja.
Zulke gesprekken.

En ik zal trots zeggen ‘wat goed voor Hans maar dit is waar ik vier jaar voor heb gestudeerd.’
En ik ga mysterieën… mysteries….. mystieke zaken oplossen.
Zoals wat?
Dan weet ik dan nog niet.
Maar ik heb er in ieder geval de toon voor gevonden.
En dat geeft vaste voeten aan de aardbodem.

Het zal louter voer zijn voor mijn ziel. Benzine voor mijn mentale motor.
Want straks ben ik niet meer die jongen van één kleine podcast van vijf minuten.
Maar van twee.
En dat is een stap richting reguliere content creatie.

Dat is een stap richting een following.
Dat is een Internet-term voor mensen die je dan volgen.

En voor ik het weet moet ik na een lange mythische reis een gouden vervloekte ring in een vulkaan gooien.

Wie weet.
Het leven van een huis-tuin-en-keuken mysterie journalist kan immers raar lopen.

*note van de auteur
Vind je dit overigens een leuke tekst?
Ik heb er nog veel meer. Die vind je bij de rest van de teksten.

Vind je het zelfs heel leuk?
Deel het, of laat het me weten. Vind ik enig.

(sorry voor al het vinden. Vind ik ook wat van)

Standaard

Jeroen – de Podcast

*Note van de auteur
Met iets vrolijks komen, had ik beloofd…
Goed.

Ik was naar een podcast aan het luisteren en ik irriteerde me ineens mateloos aan de ‘podcast stijl’ in Nederland. Of in ieder geval van sommige makers.

En toen dacht ik ‘if you can’t beat them, make fun of them’.

Dus dat deed ik.

(ik heb de tekst eerst uitgeschreven, dus die kan je hieronder nalezen. Als je dat wilt, of de audio niet wilt horen.)

Zittend op mijn bank pak ik mijn mobieltje. Ik heb een iPhone X, of tien hoe je het ook noemt. Ik ben een smartphone-gebruikende Millennial en hoewel ik voor dit medium wil overkomen als volledig wereldvreemd, kan ik het niet laten om er iets hips bij te pakken. Ik scroll en tik mijn record-app open. Of zoals die nu heet. Dictafoon. Het is niet veel, maar het neemt op en dat is voor nu voldoende.

Ik praat alsof ik heb geleerd dat ik langzaam moet praten om over te komen voor dit medium. Eigenlijk klink ik vooral eenzaam en zwaar, omdat het leven vol eenzame en zware momenten zit en dat mag je ook best horen. Ook is het lastig om zulke lange zinnen goed uit te spreken.
Gedacht heb ik. Over het leven, over zingeving, over nietszeggende kleine mysteries zonder eind of genoegdoening bij de climax. Maar vooral over mezelf. En mijn stem.

Ik zet hem in om deze tekst, die ik voor mijn podcast heb geschreven, omdat ik een goed idee had over iets eigenaardigs alledaags, om deze tekst dus, voor te lezen. Mijn moeder zei altijd als ik langzaam genoeg sprak en mijn stem iets lager inzette dan normaal, ik een vrij erudiet stemgeluid zou hebben voor op de radio. Podcasts bestonden nog niet en gezien ik uit Utrecht kom en men blijkbaar waarde hecht aan roots en klank zei mijn moeder eigenlijk ‘joachie as je langzoamer proat ken ik je verstoan, je heb een kop voor op de roadio.’.
En eigenlijk zei mijn moeder dat geen eens.
Maar het creëert een beeld van mij dat haaks staat op de stem die je nu hoort.
Om te laten horen dat ik ben gegroeid.
Ik ben nu een kunstenaar, of theatermaker van origine. En die praten nou eenmaal zo.  

 Om mijn verhaal kracht bij te zetten, maak ik, bijzinnen vol grappig overkomende eigenzinnige zinsconstructies, mijn eigenlijke verhaal zo poëtisch mogelijk. Zodat je samen met mij de draad kwijt raakt, maar wel je fietstocht vol kan maken met andermans woorden.
Ik vertel iets over mijn jeugd.
Mijn jeugd, zo lang geleden. Omdat het mid-jaren negentig was en ik bijna dertig ben en ik mezelf serieus wil nemen dus nu volwassen genoeg moet blijken om een jeugd te hebben waar ik vol melancholie over vertel.
Over mijn straat in een buitenwijk van Utrecht.
Over een boom.
Een dikke kastanjeboom die op het plantsoentje stond.
Ik gebruik het woord plantsoentje in plaats van grasveld of gewoon plantsoen.
Want dat is interessanter.
En past bij de stijl.

Je hebt misschien niet door hoe raar of gemaakt ik klink. Alsof ik in een post-apocalyptische wereld ben beland waar je alleen nog maar vrij emotieloos mag vertellen, want de luisteraar moet zelf een beeld maken, maar je mag wel met de vreemdst persoonlijke eigenaardigheden komen. Want dat is dan weer interessanter en past bij de stijl.

Maar dan ga ik een vraag aan iemand stellen.
Kom ik bij iemand binnen.
Hoor je een deur opengaan en mij in een stem die op de mijne lijkt zeggen
‘hey wat –smak – leuk –smak- om –smak-  je weer te zien zeg’
en dan hoor je een andere stem, een heel normale stem zeggen dat het ook zo is.
‘nou ik vind het echt heel leuk, zeg wil je koffie?’
Die persoon heeft niet door dat ik alleen ben teruggekomen om een podcast op te nemen.
Omdat ik nu huis-tuin-en-keuken mysterie journalist ben voor mijn podcast.
Omdat ik een verhaal wil vertellen.
Omdat ik.. wil weten.. waarom.

En dan hoor je dus.
Hoe gek dat eigenlijk is.
Dat ik zo praat.

Ik draai het geluid van het gesprek ook eerder weg, omdat ik alleen wil dat je weet dat dit echte mensen zijn en echte verhalen. Maar eigenlijk wil ik het vertellen in mijn unieke bewoording.

Omdat het mijn podcast is.
En omdat ik verliefd ben op mijn eigen stem.
Op deze manier.
Totaal ontvreemd van mijn eigenlijke natuurlijke stem.
Een podcaststem.
Voor mijn podcasttekst.

In mijn stijl.
Want dat is interessanter.
Waarom?
Geen idee.






*note van de auteur
Vind je dit overigens een leuke tekst?
Ik heb er nog veel meer. Die vind je bij de rest van de teksten.

Vind je het zelfs heel leuk?
Deel het, of laat het me weten. Vind ik enig.

(sorry voor al het vinden. Vind ik ook wat van)

Standaard

Pepermunt

*Note van de auteur
Laatst had ik het met mijn beste vriend over inspiratie.
Of hoe je schrijft, hoe dat begint, waar het vandaan komt.

En we waren het erover eens dat er soms een zin in je hoofd zweeft
Waarvan je denkt ‘dit is iets’.

Nou dat had ik met de zin ‘Je vraagt om een pepermuntje’.
Dat werd dit.

Volgende keer kom ik weer met iets vrolijks, beloofd.

Nietsvermoedend sta ik naast je
Voor de bliksem mij zou treffen
In jouw hoofd spelen de woorden
die je zo lang niet durft te zeggen
Met m’n handen in mijn zakken
En mijn hoofd richting de stenen
Hoor ik aarzelende termen
Over gevoelens die verdwenen

Terwijl de stilte mij al opslokt
En de aarde om me heen tolt
Vraag jij om een pepermuntje
Die ik eerder voor ons gekocht had
Wat een onverwacht verlangen
Maar toch kan je het niet helpen
Om nog wel aan me te hangen

Dus ik haal ze uit mijn jaszak
Vraag of je er één of twee wilt
Dat met tranen in mijn ogen
En je zegt het gaat wel over
En doe mij er maar twee dan
Ik druk ze in je handen
Pak er zelf ook één van

Wij staan daar met z’n tweeën
In de stilte met die dingen
Je bedankt me met een knikje
En je aait wat door mijn haren

Als je dan plots van me wegloopt
Mij genadeloos alleen laat
Komen er tranen in mijn ogen
En mijn keel voel ik al branden

Ik slik de frisse stukjes
van het snoepje langzaam door
Ik zie een lieve dame
met zorgen in haar ogen
Dus ik zeg ‘scherp pepermuntje
het gaat al wel weer hoor.’

*note van de auteur
Vind je dit overigens een leuke tekst?
Ik heb er nog veel meer. Die vind je bij de rest van de teksten.

Vind je het zelfs heel leuk?
Deel het, of laat het me weten. Vind ik enig.

(sorry voor al het vinden. Vind ik ook wat van)

Standaard

1 januari is geen dag (toegift)

*Note van de auteur
Ja, nee. Ja. Nou ja.
Een toegift.

Omdat het zo is.

1 januari is geen dag, het bestaat niet.

Vergane vlagen van feest mengen zich met
de dikke mistlaag van de nieuwe dag.

Vandaag mag je uit de kalender scheuren, wist je dat?
Als je nog een kalender hebt, tenminste.
Maar het is zo’n lekker beeld.
Dat je dan 1 januari ziet en meteen denkt.
Nee. Jij moet even wachten.
Het bestaat niet, namelijk.
(1 januari dan, kalenders nog wel)

De omgeving is gehuld in brak en wordt wakker met harde stukjes
mascara op kussens, kapotte champagneglazen en spijt van de
nu al te hoog ingezette jaardoelen.

Maar dat is oké.
Morgen begint het leven pas weer.  

Dit is je laatste dag waar tijd even niet telt
Je zit in het vliegtuig van morgen en wat je eet, of wat je niet eet,
wat je doet of laat of met wie of wat je zegt
dat maakt nog eventjes niet uit.

Een vacuüm in ons bestaan.
Onuitgesproken afgesproken.


Dit is een toegift na de serie ‘2020 is geen jaar’
Die kan je hier beginnen met herlezen.

*note van de auteur
Vind je dit overigens een leuke tekst?
Ik heb er nog veel meer. Die vind je bij de rest van de teksten.

Vind je het zelfs heel leuk?
Deel het, of laat het me weten. Vind ik enig.

(sorry voor al het vinden. Vind ik ook wat van)

Standaard

2020 is geen jaar (5/5)

*Note van de auteur
Het is bijna zover. De 2010’s zijn voorbij.
Gezien dat klinkt als een ding, heb ik een vijftal teksten gemaakt over dit
schijnbare fenomeen.

Dit is de vijfde, en daarmee de afsluiter, daarvan.

– Ik sluit af met een stuk uit mijn nog steeds onuitgewerkte scriptidee over een vrouw, Magda, die permanent op cruiseschip de Verloren Diamant is gaan wonen. Als belofte aan mezelf dit toch weer op te pakken.

2020 is geen jaar, het is de Verloren Diamant

[…] Als ze de volgende ochtend de deur van haar hut opent en langzaam door de gang van de veertiende etage sjokt, moe stapt ze als vanzelf over het karretje vol gebroken cocktailglazen van de nacht ervoor, kijkt ze even naar haar telefoon.
Haar notificaties zijn ontelbaar.
Veertien gemiste oproepen van Soof.
Haar hoofd bonkt te hard om er iets mee te willen doen.

Terwijl ze wacht op de lift trekt ze het koord van haar badjas wat strakker en pakt ze een verloren geraakt glas mineraalwater van het bijzettafeltje bij de lift.
De prik is eruit.
Maar zo lijkt vandaag toch al te gaan voelen.

Gisteravond. Ineens begint haar iets te dagen. Hoe laat is het. Haar telefoon zegt 13:02 uur.
Dat kan niet. Zo laat wordt ze nooit wakker. Die klok vergist zich vast.
Ze stapt in de lift en terwijl de glazen deuren langzaam dicht schuiven met de zachte attente bel van een streling over haar wang, ziet ze haar spiegelbeeld.

De avond ervoor.
Magda staat in de goudzwarte jurk die ze van Ronny mocht lenen uit zijn drag-kist aan de bar van de Fladderende Flamingo. De enige bar op dit varende paradijs waar ze nog niet ingelopen was, vanwege de overduidelijke reden dat de programmering haar niet aanstond. Maar hier is het vanavond feest. Zelfs op het water viert men Oud en Nieuw. Terwijl Magda stiekem hoopte dat tijd of traditie hier niet toe deed, lijken deze twee elementen van het leven wel uitvergroot op het cruiseschip.

Sommige gasten knikken netjes naar haar, bij wijze van herkenning, soms zegt er zelfs iemand even hallo of vraagt of zij nou de permanente bewoonster is. Ze heeft geen zin in praten dus houdt het bij een neutrale bevestiging en wendt haar blik dan weer tot de barman, die overduidelijk te druk is met de ontelbare flessen champagne stuk voor stuk open te poppen voor de rijkere mensen in de bar die ‘knallend het oudejaar uit willen gaan’.
Knalde ze maar het oudejaar uit.

Er komt een boom van een vrouw de Flamingo in gerend en rent recht op Magda af, die zich al klaarmaakt om zich om te draaien. Te doen of ze er niet zit. Tot ze ziet dat het eigenlijk Ronny is.
Ronny:                 Kind wat zit je te sikkeneuren.
Magda:                Ik had gehoopt dat het niet zo zwaar voelde.
Ronny:                 Maar toch zit je hier.
Magda:                Ik had fomo.
Ronny:                 Hoe noem je me?
Hij knipoogt, zwaait naar de barman.
Ronny:                 Oehoe, Luuk, geef deze dames eens twee champagne en twee tequila.
Magda:                Ronny, ik wil niet-
Ronny:                 Wil niet ligt op het kerkhof.
De champagnefles knalt open en binnen no-time staan er vier gevulde glazen op de bar.
Ronny:                 Nou, op een nieuw jaar hè lieve kind.

Hij drukt een zoen op Magda’s wang. Hij ruikt naar het artificiële van teveel foundation en korrelige lipstick en een goedkope versie van Chanel No. 5. Hij zal daar wel een grap over hebben.
Dan tromgeroffel, de klok boven het ronde podium geeft aan dat er nog twintig minuten van deze dag te vergeven zijn. Ronny tikt haar schouder aan, klinkt zijn tequilaglas tegen het hare en gooit de inhoud in zijn mond. Z’n linkerooglid trilt en hij loopt standvastig richting het podium. Magda ruikt aan de tequila, nipt en zet het terug.
Ronny klimt het podium op en pakt de microfoon uit de standaard.

Ronny:                 Lieve, lieve mensen.
                               Wat heerlijk om in dit warme bad van de Flamingo
                               het einde van dit kletsnatte jaar te mogen vieren met jullie.
                               Ik heb twee dingen te zeggen en dan gaan we een feestje bouwen.

Driehonderdvijfenzestig dagen lang met jezelf leven is
                               zoals misschien meer mensen kunnen beamen
                               best lastig.
                               Laat staan driehonderdvijfenzestig meer van dit soort dagen.
                               Dus telt uw zegeningen als je even om je heen koekeloert en

we ons dus gelukkig mogen prijzen op dit moment met
elkander te zijn.
Er wordt gelachen, geapplaudiseerd. Magda kijkt naar haar glas champagne, waar de schuimkop al van af is en de bubbel steeds minder heftig naar boven schiet.

Ronny:                 Ik dank daarvoor mijn lieve vrienden
aan boord van deze drijvende graftombe.
                               Mijn glas is geheven voor Nel Broeksma,
mijn coördinatrice, voor Luuk,
                               die er voor zorgt dat dit glas goed gevuld
gaat blijven vanavond,
                               voor Laura Poezema die zo dadelijk van
één tot half drie ons meeneemt naar de
discohits van de vorige eeuw
                               En dit jaar is er een nieuwe toevoeging
aan mijn eeuwig gelijkblijvende speech
                               namelijk Magda Manshanden.

Magda wilde net haar glas een keer oppakken, maar draait zich verschrikt om. Het glas breekt en champagne druipt over de zwarte toog.
Ronny:                 Scherven brengen geluk,
nou kom jij eens even op dit podium, kind.

Magda:                Nee, nee, nee. Ik zit goe-
Ronny:                Komen.
Magda wordt door de mensen om haar heen aangemoedigd en met lichte dwang en onder luid applaus staat ze op en loopt het podium op.
Ronny:                 Magda, dames en heren,
heeft dit jaar gekozen voor het moeilijkste
                               waar je als mens voor kan kiezen.
                               Voor zichzelf.
                               Ja, heel erg egocentrisch van je.
                               Maar zo lekker.
                               En daarom, wil ik, en maestro als je ons toelaat,
                               Magda het woord geven onder
een licht dramatisch deuntje en belichting.

Hij drukt de microfoon in haar handen.
Een schelle piep klinkt door de Flamingo en Magda staat als versteend.
Dan zet er muziek in. Met een licht dramatisch deuntje. En schuift Luuk het schuifje van het enige spotlight in de bar zachtjes omhoog.
Magda:                Wel, nee..
                              Dat is al jaren geleden.

Ronny:                 Zing nou, je moet al bijna inzetten.
Magda slikt, ze schraapt haar keel..

De Verloren Diamant
Magda:               
Wakker worden met de dageraad
Malend lang voordat de wekker gaat
Over je waarde
’t Is niet altijd even zwaar
Maar ik denk toch, ja, reken maar
Over m’n waarde

Terugtellend ga ik mijn dagen in
Sta stil bij elke rot herinnering
En over m’n waarde
Maar alles is, zo weet ik wel weer
Allang niet zo zwaarmoedig meer
Maar toch die waarde

Heb ik waarde?
Ben ik die grote kracht die me er doorheen trekt
Sta ik met mijn benen op de grond
Wat is waarde?
Is dat van mij wellicht te veel uitgerekt
Of zit ik zonder nut te peuren in de wond

Turend sta ik op de klif
Steken in mijn middenrif
Wat is m’n waarde
Toen heb ik iets uit de zee gevist
Iets goedgevuld, een oude kist
Zwaar van de waarde

Ik heb waarde
Zien deed ik niets met handen voor mijn ogen
Maar zoals ik nu kijk is er niets aan de hand
Ik heb waarde
Mezelf heb ik me mijn leven lang bedrogen
In die kist zat de verloren diamant
Dat ben ik
Dit ben ik
Ik heb waarde.


Magda kijkt naar haar spiegelbeeld in de reflectie van de glazen liftdeur
Haar hoofd bonkt van de glazen champagne die volgden.
Maar ze weet het nu zeker.
De Verloren Diamant is haar thuis.

Terug naar ‘2020 is geen jaar (1/5)’
Of terug naar‘2020 is geen jaar (2/5)’
Of juist naar ‘2020 is geen jaar (3/5)’

Of ga naar ‘2020 is geen jaar (4/5)’

*note van de auteur
Vind je dit overigens een leuke tekst?
Ik heb er nog veel meer. Die vind je bij de rest van de teksten.

Vind je het zelfs heel leuk?
Deel het, of laat het me weten. Vind ik enig.

(sorry voor al het vinden. Vind ik ook wat van)

Standaard

2020 is geen jaar (4/5)

*Note van de auteur
Het is bijna zover. De 2010’s zijn voorbij.
Gezien dat klinkt als een ding, heb ik een vijftal teksten gemaakt over dit
schijnbare fenomeen.

Dit is de vierde daarvan.

2020 is geen jaar, het is een nieuw begin

’t Is nog niet af
’t Is nog niet over
’t Is nog niet voorbij

Er moet nog zoveel gebeuren
Zoveel dingen in mijn hoofd
En de tijd tikt
Als het aftellen van een bom

Zonder afwikkeling zijn er verhalen
De aflossing moet nog op zich laten wachten
En de wissel moet nog af.

Ik wil mijn spullen
mijn belangrijke spullen
mijn spullen die mijn identiteit bevestigen
Die moeten nog mee.

Ik moet die zoeken
Al staat alles in de hens
Ik moet naar binnen voor die spullen
Heb ik daar nog tijd voor?

Er zijn losse eindjes
Gesprekken zonder conclusie
Vrienden onopgebeld, ongezien, onopgemerkt
Er is te weinig geliefd.

Beloftes niet nagekomen
Er is hoop op een bericht
En wellicht dat dat nog komen kan

Pieker maar een eind weg
Helemaal naar het einde van dit decennium

Nachten gevuld met vragen en malen,
Angsten, duisternis, scenario’s
lijstjes, motivaties, voornemens
Dat laatste woord alleen al

Het is geen magische grens
Geen nieuw tijdperk
Het is een woensdag in een week

De wereld en het universum
Die hebben daar echt geen boodschap aan

Straks om 00:01 op 01-01-20
is er heus
nog tijd
genoeg.

Terug naar ‘2020 is geen jaar (1/5)’
Of terug naar‘2020 is geen jaar (2/5)’
Of juist naar ‘2020 is geen jaar (3/5)’

*note van de auteur
Vind je dit overigens een leuke tekst?
Ik heb er nog veel meer. Die vind je bij de rest van de teksten.

Vind je het zelfs heel leuk?
Deel het, of laat het me weten. Vind ik enig.

(sorry voor al het vinden. Vind ik ook wat van)

Standaard

2020 is geen jaar (3/5)

*Note van de auteur
Het is bijna zover. De 2010’s zijn voorbij.
Gezien dat klinkt als een ding, heb ik een vijftal teksten gemaakt over dit
schijnbare fenomeen.

Dit is de derde daarvan.

2020 is geen jaar, het is nog onbekend

Achter mij ligt een veld gevuld met verleden.
Emoties en mensen
Momenten en steden
Ingewikkelde fases, afgekloven nagels
Goede tijden en wat mindere
Vakanties, huizen, fietswrakken en rafels.

Ik kijk nog even, voor ik het kwijt raak
Mijn blik wil zich niet naar voren richten
Kijk daar, een leuke herinnering
En op die tafel liggen allerlei lieve berichten.

Is dat mijn jeugd, daar zo stil in het gras?
Of mijn jongere jaren, hoe ik het ook noemen moet
Hoopjes van mij of in ieder geval van wat was.

Niet mogen vergeten dat ik hier nog ben
Ik ben geen ander, geen nieuw leven of mens
Ik ben mezelf en dat veld gaat niet weg
het is meer dat ik niet alles herken.

Tussen heuvels van flarden en stormen van toen
Vind ik mezelf in hoeken, maar ook trots
Niet uitgelezen boeken, drankgelag en zonnige dagen
En overwin ik mijn falen en daar.. ligt.. een schoen?

Als ik dan toch even snel vooruit durf te kijken
En mijn evenwicht verlies vanwege onzekere tijden
Dan raakt mijn hoofd veel te snel vol met water

Want vooruit gekeken is er geen veld meer
Of zal het ook niet worden
Maar wat het dan is, mijn zicht wordt al troebel
Dat wordt bepaald op een andere keer.

Wat ik zie is nog danig onaangetast
De onzekere mist van de morgen
Ik leg mijn hand op iets nog te ontdekken
En zet mijn voeten de mist in, pas voor pas

Ik kijk om me heen en zie louter melkglas.

Het enige wat ik dan kan doen is door blijven lopen
De mist zal wel optrekken
Dat blijf ik dan hopen.

Terug naar ‘2020 is geen jaar (1/5)’
Of terug naar ‘2020 is geen jaar (2/5)’

*note van de auteur
Vind je dit overigens een leuke tekst?
Ik heb er nog veel meer. Die vind je bij de rest van de teksten.

Vind je het zelfs heel leuk?
Deel het, of laat het me weten. Vind ik enig.

(sorry voor al het vinden. Vind ik ook wat van)

Standaard

2020 is geen jaar (2/5)

*Note van de auteur
Het is bijna zover. De 2010’s zijn voorbij.
Gezien dat klinkt als een ding, heb ik een vijftal teksten gemaakt over dit
schijnbare fenomeen.

Dit is de tweede daarvan.

2020 is geen jaar, het is de toekomst.

Het is het jaar 2020.
Terwijl ik uit – de door mijn VR-bril aangedreven – dromen stap
is de koffie, gemaakt van direct gerecyclede koffieprut van gister, net doorgelopen.
Met een heldere stem zegt het besturingssysteem van mijn huis
dat het buiten een milde 32 graden is op deze vroege 1 januari 09:00 uur.

Vandaag worden vier kinderen uit mijn District, waarvan ik er twee ken,
voorgeleid om in het Afgelegen Land (vroeger bekend als Engeland)
te strijden om de titel van Generatiedrager en daarmee de andere kinderen
ter dood te veroordelen om zo overbevolking te voorkomen.

Boven mij schittert de steeds nader komende zon naast het nieuwe
Ruimtestation Tartaros, wat volgens de Nieuwe Wereld Orde niks te maken
heeft met de dood, Star Wars, of een dwingende militaire macht om ons rustig te houden.
(het verhaal moet eerder gaan dat de hond van de vorige Keizer Tartaros heette en dat het dus op toeval gebaseerd is dat het ook een plek in de Egyptische hel zou zijn.)

Mijn buurvrouw, die niet zoals ik gewoon een Slaaphub aangewezen heeft gekregen van het Huizingsministerie, gooit een emmer ontlasting uit haar zelfgemaakte raam (gewoon een gat) van haar op vier caravans-gestapelde excuus van een woning.
Smerig mens.
Maakt fantastische appeltaart.

Ze groet me, bang om me in de ogen te kijken en klikt meteen haar Disney-entertainmentsysteem aan om de laatste 24 afleveringen Lingo te kijken van gisteren (tegenwoordig gepresenteerd door een hologram van Willem Ruis).

Ik laat me aankleden, geef de portierrobot een chip zodat hij zijn olie kan laten verversen en stap in mijn Landspeeder X-36 (de X-34 is fictief) en vlieg richting de horizon om mijn onontkoombare dystopische lot tegemoet te varen.

Grapje, het is bijna 2020. Niks is echt verandert behalve dat mijn speaker tegen me terugpraat, mijn smartphone geen home-knop meer heeft en iedereen ook maar wat probeert te maken van het leven.

Terug naar ‘2020 is geen jaar (1/5)’

*note van de auteur
Vind je dit overigens een leuke tekst?
Ik heb er nog veel meer. Die vind je bij de rest van de teksten.

Vind je het zelfs heel leuk?
Deel het, of laat het me weten. Vind ik enig.

(sorry voor al het vinden. Vind ik ook wat van)

Standaard

2020 is geen jaar (1/5)

*Note van de auteur
Het is bijna zover. De 2010’s zijn voorbij.
Gezien dat klinkt als een ding, heb ik een vijftal teksten gemaakt over dit
schijnbare fenomeen.

Dit is de eerste daarvan.

2020 is geen jaar, het is een getal.

Het eind van dit decennium
Dat voelt zo gek
“Het eind van dit decennium”
Alsof er daadwerkelijk iets eindigt
Zodat er iets nieuws moet beginnen.

Dat doen wij, hè.
Mensen.

Zeggen dat er iets eindigt zodat je opnieuw kan beginnen.
Of zeggen dat je ‘het tot zover hebt gered, dan kan je het dus ook nog een keer’.

Het werkt, hoor.
Dat wel.

Maar om zoveel gravitas (mooi woord) te geven aan een
verzameling van tien jaar..
Méér zwaarte (dat is gewoon de versimpeling van gravitas) dan aan een
‘gewone’ jaarwisseling zelfs..

Da’s ook zonde.
Toch?

We nemen alleen – tijdelijk, voeg ik toe –
afscheid van het cijfer één.

Dat komt gewoon weer terug over een jaar.

*note van de auteur
Vind je dit overigens een leuke tekst?
Ik heb er nog veel meer. Die vind je bij de rest van de teksten.

Vind je het zelfs heel leuk?
Deel het, of laat het me weten. Vind ik enig.

(sorry voor al het vinden. Vind ik ook wat van)

Standaard

Oprah is ook maar een mens

*Note van de auteur
Ik was bezig met een tekst schrijven over het nastreven van perfectie.
En toen vroeg ik me af…
‘Wie is er nou klaar als mens?’

Oprah natuurlijk.
Die is toch gewoon klaar?

Ik schreef toen midden in de tekst ‘maar Oprah is ook maar een mens’
en dat ontwikkelde zich organisch als liedtekst.

Dus zie hier; de liedtekst ‘Oprah is ook maar een mens’. Zonder muziek.
Die bestaat niet.

Ik ben geen componist.

Ik zou toch zo graag perfect willen zijn.
Zo leven als prinses zonder erwt.
De nacht slaap ik door, zo heerlijk en fijn
Ik stap in de ochtend zo vrolijk uit bed.

Ik zou toch zo graag perfect willen zijn
Als een mens met een status van goud
De finesse des levens is een stijgende lijn
En ik doe ook niets, nee, echt niets meer fout.

Maar Oprah is ook maar een mens.
Die zegt ook wel eens iets verkeerd
En heeft wellicht nooit fietsen geleerd.
Oprah is ook maar een mens.
En Mozart was ook maar een man
Die flapte er soms wel iets vreselijks uit
En hij speelde vast heel vals de fluit.
Oprah en Mozart zijn net zoals wij.

O, ik zou toch zo graag perfect willen zijn
Elke dag is een feestje op zich
Het werk is zo simpel, het gaat als een trein
En ik zat als natuurlijk op mijn streefgewicht

Ja, ik zou toch zo graag perfect willen zijn
Het leven lacht me dan toe
Niet meer hollen en rennen en af van de pijn
Ik zeg ook nooit meer ‘ik ben toch zo moe’.

Maar Oprah is ook maar een mens.
Die zegt ook wel eens iets verkeerd
En heeft wellicht nooit fietsen geleerd.
Oprah is ook maar een mens.
En Mozart was ook maar een man
Die flapte er soms wel iets vreselijks uit
En hij speelde vast heel vals de fluit.
Oprah en Mozart zijn net zoals wij.

Ik zou toch zo graag perfect willen zijn.
Dat alles heel precies past.
Geen diepe rimpels, geen kromme lijn.
En op mijn schouders voel ik geen last.

Toch zijn er momenten.
Die kleine momenten.
Dat ik denk
Hé, het gaat zoals het moet.
Dan dank ik mezelf
voor mijn imperfecte leven.
Want dankzij dat gaat het goed..

En Oprah..
Oprah..
Oprah is ook maar een mens.
Die laat soms ook wel een wind.
Ja Oprah is ook maar een mens.
En Mozart was vast een irritant kind.

*note van de auteur
Vind je dit overigens een leuke tekst?
Ik heb er nog veel meer. Die vind je bij de rest van de teksten.

Vind je het zelfs heel leuk?
Deel het, of laat het me weten. Vind ik enig.

(sorry voor al het vinden. Vind ik ook wat van)

Standaard