*Note van de auteur
Voor het ontwikkelingstraject ,,Phonetic Stories” van de Tekstsmederij en Asko Schönberg schreef ik een tekst over het verliezen en hervinden van mijn identiteit.
..Ja dat klinkt dan ook weer heftig, hè?
Nou goed, het is misschien een wat abstractere tekst, maar ik kon er wel wat in vinden.
Overigens wil ik die laatste zin in een beeld laten tatoeëren ergens op mijn exotisch lichaam. Lijkt me cool.
Ja.
Ja, ja.
Nee, nou..
Nou, ja.
Oké.
De heuvels, de woorden.
De woorden worden de ruwe feiten.
De heuvels, de woorden.
Ik weet het ook niet.
Leegte voor gesprek met mezelf denk ik eerder, hoor.
Dat ik dan mijn hoofd oppak.
En er een rondje omheen kan lopen.
Volhardend hard en.. Nee.
Volhardend hard en nooit voldoende..
Schitterend.
Mooie lange moeilijke woorden verzinnen om er langzaam bij te horen maar het te verliezen, omdat dat niet is hoe het werkt. Zonder concreet iets te worden.
Of hints die niet te begrijpen zijn.
Maar het is warm lopen.
Het is loskomen.
Zonder iets te hoeven worden.
Woorden die niet te begrijpen zijn en naar wie?
Voor wat.
Nou.
Voor mezelf.
Wat wil ik dan zeggen tegen mezelf?
Volhardend hard en nooit voldoende schitterend in het spotlicht van die ander die zich voordoet als iemand die niet bestaat.
Dus.
Onderweg ben ik het verloren.
Wie ik was of voorstelde of wilde zijn. Dat was of zat netjes verscholen.
En het ging me makkelijker af om in het water te glijden, mee in de stroom.
Maar een oerkracht.
Of een oerkracht.
Wat wil ik -nee.
Nou ja, nee.
De heuvels, de woorden.
De woorden worden de ruwe feiten.
Ik weet het ook niet.
Wat ik wil zeggen.
Wat wil ik zeggen.
Wel een oerkracht in mij. Toch wel die oerkracht.
Er was terwijl ik in de stroom meeging een oerkracht in mij. En die oerkracht beschermde en riep en sprak in een taal die ik niet begreep. Een melancholisch geluid van mezelf. Een oude zang.
Als het troebel werd, het water of het leven. Of is het water het leven.
Nou goed, pakte het me met zijn onzichtbare hand bij de kraag.
En die ging, als ik het spoor verloor, als een idioot voor de sneller en steeds dichter komende trein liggen.
Nou goed, pakte het me met zijn onzichtbare hand bij de kraag. En trok me van de rails, of uit het water, waar ik verloren was op zoek.
Op zoek naar wat ik kwijt was, zonder te weten dat het weg was, zonder te beseffen dat het er niet meer was. Dat was of zat netjes verscholen.
In een doosje in een laatje in een kastje met een slot achter een verborgen wand in een huis via een zijpad in mijn hoofd.
Goed geconserveerd zat het te wachten tot het tijd was om er uit te komen.
Sinds het helder is dat het iets is wat nodig is om de dag, de buitenwereld, de mensheid aan te kunnen kijken zonder te trillen en mijn benen en het echt is, is er geen stopknop te vinden.
Achter heuvels liggen heuvels en tussendoor daar lig ik.
*note van de auteur
Vind je dit overigens een leuke tekst?
Ik heb er nog veel meer. Die vind je bij de rest van de teksten.
Vind je het zelfs heel leuk?
Deel het, of laat het me weten. Vind ik enig.
(sorry voor al het vinden. Vind ik ook wat van)